Ook de schouwburg zelf heeft veel te vertellen

Dit artikel is gepubliceerd in 2021, voor de verbouwing tot het Huis van Cuijk

In de schouwburg zelf is niet alleen op het toneel veel te ontdekken. Ook het gebouw zelf heeft veel te vertellen in details die je wellicht nog niet eerder waren opgevallen. Een uniek kijkje achter de schermen met enkele highlights.

Normaal gesproken heb je er misschien weinig aandacht voor. Je geeft je jas af in de garderobe, bestelt een drankje en verheugt je op de voorstelling. Toch is het de moeite waard een volgende keer eens goed om je heen te kijken in de foyer. Over elk detail is nagedacht in het ontwerp van architect Wim Kol.

(tekst gaat door onder de foto)

Foto: Raphaël Drent

Zo is de inrichting niet toevallig ontstaan. ‘Uitgaan doe je ook om elkaar te ontmoeten’, was het uitgangspunt van de architect. De kenmerkende loopbrug is dan ook bedoeld om tijdens de pauze, onder het genot van een drankje, naar de gasten beneden te kunnen kijken. Zie je misschien een bekende?

Haken en ogen
Je waant je op een gezellig terras onder de sfeervolle doeken. Wie goed kijkt ziet dat ze niet zomaar zijn vastgemaakt aan de muur maar worden gedragen door verschillende gezichten van haken en ogen, ontworpen door de architect én technicus Herm Kersten, die ook het las- en schilderwerk voor zijn rekening nam.

(tekst gaat door onder de foto)

Foto: Isabelle van der Voorn

Chapeau
In een hoekje van de foyer word je begroet door het bronzen ‘chapeau-beeld’ van kunstenares Joanika Ring. Voor de verbouwing nam hij zijn hoed af voor het publiek vanaf de grote trap richting de zaal. Nu kijkt hij vanaf zijn nieuwe plek uit op de mensen die hun culturele hart komen verwarmen. 

Het beeld is overigens ook op sommige schoorsteenmantels te vinden. Mensen die veel voor de schouwburg hebben betekend, zoals oud-bestuursleden en burgemeesters, ontvangen een kleinere versie als blijk van dank en waardering.

(tekst gaat door onder de foto)

Het bronzen beeld ’Chapeau’ van kunstenares Joanika Ring. Foto: Raphaël Drent

Poeh poeh
Vlakbij het beeld, boven de ingang naar de Kleine Zaal, hebben twee stenen het zwaar. ‘Poeh, Poeh’ staat erop. Je hoort het de aannemer nog zeggen in 1986, blij als hij was dat de verbouwing erop zat. Hij besloot daarop deze stenen cadeau te doen aan de schouwburg.

Leuk detail: toen de twee stenen bij de volgende verbouwing in 2014 werden teruggeplaatst, bleek dat ze niet pasten. Er werd nog een extra laagje steen toegevoegd, wat nog te zien is aan de zijkant. 

De weg van de artiest
Kom je als publiek door de voordeur, artiesten komen binnen via de achteringang. Twee trappen brengen hen naar de kleedkamers en artiestenfoyer.
Overdag de plek waar medewerkers van de schouwburg samen lunchen, ’s avonds het domein van de artiesten.

De muren vormen een wall of fame met fotocollages van een keur aan artiesten die in de loop der jaren in Cuijk op het toneel stonden. Menig artiest speurt ze af om een jongere versie van zichzelf of collega’s te ontwaren.

De gezellige foyer is zo ingericht dat je je er onmiddellijk thuis voelt met zelfs een dakterras om op een zwoele avond nog even van de buitenlucht te genieten. Op de comfortabele banken hebben vele artiesten tv gekeken of een dutje gedaan.

(tekst gaat door onder de foto)

Foto: Raphaël Drent

In de schijnwerper
Vanaf de artiestenfoyer loop je langs de kleedkamer richting toneel. Onderweg is een deur naar de lichtbrug waaraan de schijnwerpers zijn bevestigd. Geen plek voor mensen met hoogtevrees, maar een unieke kans om de Grote Zaal vanuit een andere hoek te zien. 

De lampen worden bediend vanuit de ‘regieplek’ tussen het publiek, maar een enkele keer kun je boven een technicus zien. Een van die lampen, de ‘volgspot’, wordt namelijk nog met de hand bediend. Zo kunnen spelers die letterlijk in de schijnwerpers staan, worden gevolgd. 

Eenmaal terug op de gang bij de kleedkamers kun je je een artiest wanen. Wanneer het seintje ‘vijf minuten voor aanvang’ wordt gegeven door een van de technici, loop je de trappen weer af naar het zijtoneel.

Trekken
Niet te zien vanuit de zaal, maar wel op het podium, zijn de zogenaamde trekken. Deze horizontale pijpen hangen in de hoge toneeltoren, die vanaf de parkeerplaats goed te zien is. Aan elke trek zijn schijnwerpers, doeken en decorstukken bevestigd. Hiermee kan tijdens voorstellingen vliegensvlug het decor gewisseld worden.

De trekken gaan nu omhoog en omlaag met slechts een druk op de knop, maar twintig jaar geleden gebeurde dit nog met de hand. De technicus trok een decorstuk met touwen omhoog, wat erg zwaar werk was. 

In 2007 kwamen er landelijke afspraken om de trekken in alle theaters te automatiseren. Wie durft kan nog een kijkje nemen in de rollenzolder, helemaal bovenin de toneeltoren. Hier zitten de kabels op grote spoelen, het kloppende hart van elke voorstelling.