‘Zodra het weer kan, staan wij in Cuijk op de stoep’

25-03-2021

‘Zodra het weer kan, staan wij in Cuijk op de stoep’
Foto: Jan Meijs 

Al sinds ze elkaar kennen, gaat Ronald Baksteen uit Overasselt samen met zijn vrouw Machteld naar het theater. Eerst nog naar andere schouwburgen, maar toen ze eenmaal Cuijk hadden ontdekt, waren ze verkocht. Ze bezochten maar liefst 15 voorstellingen per jaar, nu zitten ze thuis. Ronald: “Ik verveel me nog niet, maar mis het wel.”

Voor Ronald Baksteen begon de theaterliefde al op jonge leeftijd. “Mijn oma nam me regelmatig mee naar de schouwburg. Van alle kleinkinderen mij het minst vaak omdat ik de jongste was, maar ik ben de enige die gek van theater is geworden.” Die liefde deelt hij nu met zijn vrouw. “Een van de eerste dingen die we dertig jaar geleden samen deden was naar een voorstelling van Introdans gaan in Nijmegen.”

De liefde voor elkaar en theater bleef. Ronald: “De laatste jaren gingen we zeker 15 keer per jaar naar een voorstelling, van toneel en muziek tot dans. Met de hele jonge cabaretiers hebben we niet meer zoveel. Mijn vrouw vindt actrice Anne Wil Blankers leuk, dan ga ik natuurlijk braaf mee. Grote musicals hoeven voor mij niet, dat is voornamelijk decor. Het gaat voor mij om het spel en de suggestie die je daarmee wekt.” 

Leraar van Pieter Derks

Naast de theaterbezoeken delen Ronald en Machteld nog een passie: ze hebben allebei cabaret gespeeld, onder meer tijdens diploma-uitreikingen op de school waar ze gewerkt hebben en in een theater in Overasselt. Ronald: “Wanneer ik nu in de zaal zit, merk ik dat ik meer open sta voor wat andere mensen doen. Ik ben niet per se kritischer.”

Ook weet hij uit ervaring hoe fijn het is als het publiek meewerkt en waardering laat blijken. “Ik ga nooit de zaal uit als ik een voorstelling niet goed vind. Het is zo lullig voor een speler als iemand opstaat en wegloopt. Dat doe je gewoon niet. Als ik het niet leuk vind kan dat ook aan mij liggen en niet zozeer aan de makers.”

Eén cabaretier slaat het theaterminnende echtpaar nooit over. “Pieter Derks is een oud-leerling van ons”, vertelt Ronald. “Ik was leraar Engels en theatermaker op een Jenaplanschool. Hij was toen al heel enthousiast en fanatiek op toneelgebied, ik heb in die tijd ook toneelstukken van hem begeleid. We hebben altijd contact gehouden.”

Als de cabaretier naar Cuijk komt, krijgt hij steevast bericht dat ook zijn voormalige docenten in de zaal zitten. “Na afloop praten we dan nog even na. We gaan sowieso ook altijd naar zijn try-out én naar het einde van de tournee, om te zien hoe de show zich heeft ontwikkeld.” 

Geen lekker applaus

Nu de schouwburg gesloten is, missen ze vooral de uitstapjes naar Cuijk. Ronald: “We gingen altijd uit eten en maakten er een complete avond uit van. Ik verveel me nog niet, maar mis het wel. We hebben veel dvd’s met oude films, mijn vrouw schildert en we zijn veel bezig in de tuin. We wonen buitenaf in het bos en hebben ook dieren, dus hier is altijd wat te doen.” 

Afgelopen september was hun laatste uitje, naar de show van Ellen ten Damme. De coronamaatregelen hadden wel invloed op hun beleving, vertelt Ronald. “Je wilt haar laten weten hoe leuk je het vindt, maar met honderd man kun je geen lekker applaus maken. Dat snapt Ellen zelf ook wel, maar ik vond het wel triest. We vonden het alsnog heel leuk, maar de sfeer is even weg.”

Ronald en Machteld Baksteen ervaren Schouwburg Cuijk nog altijd als een ‘warm bad’. “Je wordt er altijd hartelijk ontvangen. Inmiddels kennen we ook een aantal mensen die er werken, omdat we er zo vaak komen. We voelen ons er thuis. Dus zodra het weer kan, staan wij op de stoep!” 
 

Deel op Twitter | Deel op Facebook