‘Toen ik begon, was ik een van de weinige vrouwen’

08-03-2021

‘Toen ik begon, was ik een van de weinige vrouwen’
Foto: Jan Meijs 

Licht- en geluidstechniek wordt vaak nog gezien als een mannenberoep. Toch ziet Edith Molmans-Ligtvoet, hoofd theatertechniek, facilitaire zaken en gebouwbeheer bij Schouwburg Cuijk, de laatste jaren steeds meer vrouwen op de werkvloer. Op Internationale Vrouwendag werpt ze een blik op haar vak.

Toen Edith Molmans-Ligtvoet dertig jaar geleden begon als theatertechnicus, waren bijna al haar collega’s mannen. De laatste tijd verandert dit, vertelt ze. Niet alleen bij de theaters, ook bij de gezelschappen ziet ze meer vrouwelijke technici, vooral bij de grote musicals.

Zware decorstukken

Het groeiende aantal vrouwen in de theatertechniek heeft mogelijk te maken met het feit dat het beroep fysiek minder zwaar is geworden. Werden decorstukken eerder nog met de hand opgetakeld, sinds twintig jaar is dit systeem geautomatiseerd.

Edith: “Ik geloof niet dat dat zo werkt, dat mensen denken, het is nu minder zwaar dus nu ga ik dat werk doen. Ik denk wel dat gezelschappen meer vrouwen aannemen sinds de decors lichter zijn.”

Ook per land kan het nog verschillen, vertelt ze: “In Engeland zie je achter de lichttafel meestal vrouwen zitten, omdat die blijkbaar nauwkeuriger werken. Een man drukt bij wijze van spreken gewoon de knopjes in, vrouwen willen juist elke keer dat het perfect is.”

Macho sfeer

Edith denkt niet dat vrouwelijke technici veel last hebben van vooroordelen. “Ik heb zelf nooit zo ervaren dat er op mannen of vrouwen werd geselecteerd. Ik merkte wel dat mannen zich anders gedragen als er een vrouw in de buurt is. Ik ken iemand die juist vrouwen aanneemt omdat dan de sfeer in de groep anders is, minder macho.”

Toch ziet ze wel een opmerkelijk verschil. “Ik heb bij een sollicitatie weleens meegemaakt dat ze vroegen of ik binnenkort kinderen zou krijgen. Later dacht ik: zouden ze dat ook aan een man hebben gevraagd. Wat ik erger vind is wanneer bedrijven voor een vrouw kiezen alleen omdat ze vrouw is, omdat het dan niet om je kwaliteiten gaat.”

Waar verbeelding vleugels krijgt

Zelf wist Edith al op haar twaalfde dat ze dit werk wilde doen. “Door Herman van Veen ben ik in aanraking gekomen met het theater. Ik had een voorstelling van hem gezien en dacht ‘dat wil ik ook’. Waar verbeelding vleugels krijgt, een zin uit een van zijn liedjes, geeft voor mij weer wat theater betekent. Hij maakt altijd muziek in het moment, gisteren bestaat niet meer.”

Dat gevoel wil ze ook overbrengen op de gasten. “Ik wil mogelijk maken dat het publiek even twee uur nergens aan hoeft te denken, ervoor zorgen dat ze echt in het verhaal zitten. Of het nou cabaret of toneel is, dat maakt niet uit.”

Ze benadrukt dat een artiest wel ‘écht’ moet zijn. “Bij sommige voorstellingen zie je dat het voor hen gewoon werk is. Maar er zijn er een paar die er helemaal in op gaan. Herman van Veen is zo iemand, Huub Stapel heeft dat ook. Als ik zoiets heb gezien, dan kan ik daar weken op teren.”

‘Als je het leuk vindt, gewoon doen’

Hoopt ze dat in de toekomst meer vrouwen als theatertechnicus gaan werken? “Ik vind vooral dat iedereen iets moet kiezen wat hij of zij leuk vindt. Als je dit ziet als gewoon werk dan moet je hier niet zijn, of je nou een jongen of een meisje bent. Je werkt namelijk op onregelmatige tijden en ziet je collega’s vaker dan je partner. Je moet dit werk echt leuk vinden.”

Aan meisjes én jongens die een baan in de theatertechniek ambiëren, wil ze tot slot het volgende meegeven: “Als je het leuk vindt, gewoon doen. Laat je niet tegenhouden.”
 

Deel op Twitter | Deel op Facebook